Zolang dictatoriale of democratische overheden (of deze nu kapitalistisch, socialistisch of communistisch zijn) degenen die niets bezitten, dwingen hun arbeid omwille van eten en een onderdak aan de meestbiedende te verkopen, zolang is er oorlog, armoede, werkloosheid en roofbouw op de natuur, maar ook terrorisme, criminaliteit, honger, kinderarbeid, prostitutie, corruptie, vernedering en ongelijkheid. Omwille van wat eten en een fatsoenlijk onderdak zijn de armen sinds de uitvinding van de landbouw onterecht afhankelijk van een baan. Tot de Tweede Wereldoorlog waren deze banen vrijwel altijd lopend, varend of fietsend te bereiken. Door de naoorlogse stedenbouw kwam het overgrote deel van de banen in vooral de rijke landen op auto- of vliegafstand. Deze ontwikkeling heeft drie fatale gevolgen, t.w.
- De eeuwenlange wereldwijde gerichtheid op banen is fataal, omdat de mechanisering, digitalisering en robotisering steeds meer mensen werkloos maakt, die dan ofwel verhongeren, criminaliseren, vluchten naar rijke landen of moeten leven van sociale voorzieningen. Het in overvloedlanden kunstmatig scheppen van nieuwe banen door met opdringerige reclame verspillende zinloze pretconsumptie te bevorderen, geeft alleen maar nog meer roofbouw op de natuur.
- Degenen die nog wél een baan hebben, tasten het milieu ernstig aan, omdat ze voor die baan minimaal een auto, vrachtauto of vliegtuig nodig hebben.
De dagelijkse files, maar ook de vrachtauto’s en vliegtuigen, die elke dag ons voedsel uit alle hoeken van de wereld halen, stoten zoveel CO2 uit, dat er sprake is van een klimaatverandering en zeespiegelstijging.
- De autoloze vooroorlogse steden hebben een hoge dichtheid en geen buitenstedelijk wegennet. De naoorlogse steden hebben vanwege de auto een viermaal geringere dichtheid en buitenstedelijk een omvangrijk wegennet. De naoorlogse steden vragen daardoor veel bouwgrond, meestal landbouwgrond of bos. Dit is fataal, omdat daardoor een voedselvraagstuk ontstaat, maar ook door gebrek aan habitat veel dier- en plantensoorten uitsterven en eco-systemen worden aangetast. In de komende 35 jaar trekken er nog 3.5 miljard arme boeren naar de stad, die bij fatsoenlijke huisvesting met naoorlogse stedenbouw een grondoppervlak vragen van 2 miljoen km2, een land ter grootte van Argentinië.
Al deze problemen zijn alleen oplosbaar als we voortaan vergroenen door compacter bouwen met piramidesteden en onafhankelijk worden van banen als volgt:
- In een wereld waarin werkloosheid wereldwijd alleen maar zal toenemen, moeten overheden niet langer gericht zijn op banen, banen en nog eens banen. In plaats van de gerichtheid op ‘geen baan, geen eten’ moeten overheden gericht raken op ‘geen baan en toch een fatsoenlijk bestaan’, precies het tegenovergestelde. Hiervoor moeten werklozen 2 á 3 jaar onder leiding van betaalde vaklui aan de lopende band onbetaaldd werken aan de realisatie van hun eigen piramidesteden, compleet met stadslandbouw en energie, waarna ze beloond worden met een basisinkomen-in-natura, t.w. een schuldenvrije woning en levenslang gratis voedsel en energie. Zij kunnen dan fatsoenlijk leven onafhankelijk van een baan, sociale voorzieningen of angst voor werkloosheid. Dit is mogelijk, omdat piramidesteden zijn gelegoliseerd en door ongeschoolde arbeiders snel en makkelijk te bouwen. De overgeproduceerde woningen moeten verkocht worden voor een prijs, die het gehele plan kostendekkend maakt. Het kost dan niemand wat. In Nederland ligt in zo’n stad de prijs van bv. een 4 kamerwoning op E 98.000.-, incl. btw en grond. Met een annuïteitenhypotheek over 30 jaar is dat E 450.- per maand bij een minimum inkomen van E 22.000.- bruto.
- Door het bouwen van piramidesteden zijn auto’s, vrachtauto’s en vliegtuigen niet meer echt nodig, omdat een deel van de bewoners via het verworven basisinkomen-in-natura fatsoenlijk kan leven zonder baan, en het andere deel een baan heeft op loop- of fietsafstand van zijn/haar woning. Er is geen CO2-uitstoot meer als gevolg van auto’s, vrachtauto’s en vliegtuigen. Het fileprobleem is opgelost en het klimaat kan zich herstellen waardoor ook de verdere zeespiegelstijging wordt voorkomen.
- Om de 3.5 miljard arme boeren fatsoenlijk te voeden en huisvesten is met piramidesteden 40.000 km2 nodig, een oppervlak ter grootte van Nederland, 50x minder dan Argentinië. Hierdoor voorkomen we het voedselvraagstuk, maar ook door het gebrek aan habitat het uitsterven van dier- en plantensoorten en het verder aantasten van de eco-systmen.
Voorbeeld.
Als we 15 x 15 km (oppervlakte Amsterdam = 225 km2) zouden bebouwen met piramidesteden in dambordstructuur, dan zouden alle 16 miljoen inwoners van Nederland daar gehuisvest en gevoed kunnen worden, waarbij de stad bestaat uit 120 km2 ongerepte natuur/park (witte vakjes) en 120 km2 piramidesteden (zwarte vakjes). Iedereen woont dan rond autoloze pleinen ter grootte van een voetbalveld en op loopafstand van een prachtig park van minimaal 4 km2 (net als Central Park in New York). Omdat alle banen ook op loop- en fietsafstand liggen, zijn er geen files, terwijl de rest van Nederland 40.000 km2 ongerepte natuur kan zijn.